In artikel 7 lid 2 van de GSR 2023 is bepaald dat in het bedrag van de garantstelling ook de proceskosten waarin een curator mogelijk jegens de wederpartij wordt veroordeeld vallen. In de garantstellingsovereenkomst is onder andere aangegeven dat de hoogte van de proceskosten op het moment van het verlenen van de garantstelling niet bekend is. Om die reden worden deze kosten vergoed via een ondertekend addendum bij deze overeenkomst.
Het is aan de curator om aan te geven of er een bedrag aan proceskosten (waartoe de boedel op enig moment is veroordeeld) moet worden betaald. De curator kan daarvoor om verhoging van de verstrekte garantie vragen. Dat kan ‘tussentijds’ zijn, op het moment dat de boedel de proceskosten moet betalen of bij het afleggen van ‘rekening en verantwoording’. Zolang de bankrekening bij de aangewezen kredietinstelling nog voldoende ruimte biedt, kan de curator de proceskosten alvast betalen in afwachting van de verhoging van de garantie.