Inleiding
Overheden kunnen op grond van de Wet Bibob beschikkingen of andere bestuurlijke beslissingen weigeren of intrekken indien sprake is van een ernstige mate van gevaar van misbruik van deze overheidsbeslissingen voor criminele doeleinden.
Het Landelijk Bureau Bibob (LBB) beoordeelt de mate van gevaar dat een overheidsbeslissing wordt gebruikt voor criminele doeleinden aan de hand van de criteria van artikel 3 van de Wet Bibob en de bijbehorende jurisprudentie. De Wet Bibob bevat de volgende vier gronden om een overheidsbeslissing in te trekken of te weigeren:
- De A-grond: het ernstige gevaar dat een overheidsbeslissing gebruikt zal worden om criminele voordelen te benutten (artikel 3, eerste lid, sub a, van de Wet Bibob).
- De B-grond: het ernstige gevaar dat een overheidsbeslissing gebruikt zal worden om strafbare feiten te plegen (artikel 3, eerste lid, sub b, van de Wet Bibob).
- Een strafbaar feit dat is gepleegd ter verkrijging of ter behoud van een overheidsbeslissing (artikel 3, zesde lid van de Wet Bibob).
- De weigering van de aanvrager of houder van de beschikking om het LBB desgevraagd aanvullende gegevens te verstrekken (artikel 4 van de Wet Bibob).
De 'Leidraad voor de gevaarsbeoordeling op grond van de Wet Bibob' biedt uitgebreide informatie over de criteria van artikel 3 van de Wet Bibob en de manier waarop het LBB deze criteria in zijn adviezen toepast.
Contact opnemen met de Bibob helpdesk?
Overheden kunnen via de helpdesk van het LBB vragen stellen over de toepassing van de Wet Bibob of over het Bibob-register.
+31 88 - 998 22 50