Trefwoord(en) | Grootte van het voordeel Proportionaliteit |
---|---|
Toepassingsgebied(en) | Exploitatievergunning horeca |
Wetsartikel(en) | Art. 3 lid 2 sub d Art. 3 lid 5 |
Hoofdpunten
- De uitspraak betreft een verzoek om een voorlopige voorziening.
- r.o. 5.2. Gelet op een vijftal door verzoekers ter zitting overgelegde transactieoverzichten van betalingen aan de Belastingdienst is het aannemelijk dat de gehele schuld aan de Belastingdienst is voldaan. Daarmee is niet langer aannemelijk dat verzoekers hun exploitatievergunning zullen gebruiken om uit strafbare feiten verkregen op geld waardeerbare voordelen te benutten.
- r.o. 5.3. Gelet op het feit dat de onderneming waarop de exploitatievergunning betrekking heeft sinds 1994 door verzoekers wordt geëxploiteerd en niet is gebleken dat zij “sindsdien ooit hun fiscale verplichtingen ten aanzien van [de betreffende onderneming] niet zijn nagekomen”, is het disproportioneel de vergunning in te trekken op grond van het handelen in strijd met de AWR in 2013 door één van de verzoekers bij een andere onderneming.
Uitspraak
volgt in verband met anonimisering